Kunstpraat 8.4.2013: Barend Blankerts slapende man.
08/04/2013 Plaats een reactie
‘Bij kachel liggende man’ luidt de volstrekt overbodige titel van dit werk, 125 x 125 cm. En ik herken dit zo ontzettend goed. Eigenlijk bestaat er ook niets heerlijkers dan voor een zoemende kachel aan het eind van de dag plaats te nemen. Je begint min of meer rechtop. Eventueel zelfs op een stoel die met zijn gezicht naar de kachel staat. Je zet je attributen klaar: kopje thee, glaasje wijn, lekker boek, krant – dat soort.
En langzaam, bijna ongemerkt schuif je in de loop van de tijd dat je daar zit onderuit in je stoel, gaat op de grond zitten met je rug er tegenaan, schuift wat verder – staat vertraagd op om nog snel een kussen te veroveren en neemt weer plaats voor de kachel die ijverig doorzoemt. O, goddelijk moment als je ogen langzaam dichtvallen en je weet dat je nu lekker even wegdrijft. Je krult je op, bent allang vergeten wat je aan het lezen was, bent allang vergeten hoe laat het is en wat je verder van plan was, dan bedenk je ineens dat je toch nog wat van plan was maar je gunt jezelf even een minuutje dat al snel uitslaapt tot een uur of twee of twee en een half en je ineens weer wakker schiet uit je droomloze slaap wat is er nog over van je avond? Er zit niks anders op dan op dat moment maar even naar je stamkroeg te gaan. Dat was in mijn Groningse tijd Café De Vlaamse Reus. Bestaat niet meer. Is ook te lang geleden. Net als dat kacheltje, maar nu is er die Groningse schilder die/
Sommige mensen kunnen alleen maar naar een schilderij kijken vanuit de vraag of ze dat werk zouden willen hebben, thuis ophangen, geld aan uitgeven. Ik vraag me nu af wie dit zou willen komen, waarom. Om het kloeke, maar ook weer niet zo enorme formaat zodat het mooi past boven de 3zits? Om het terloops onschuldig erotiserende beeld – ik kan me er zonder moeite een Reviaans gedicht bij voorstellen. Om het verhaal – alweer: het verhaal– wat je er bij kunt verzinnen op eenzame avonden, of juist op avonden met vrienden: wie ligt daar, wat droomt hij, wat las hij, wat heeft hij gegeten, wie was er met hem die er nu niet meer is want er staat twee glazen, is hij onschuldig, onwetend, had hij verdriet, was hij echt moe – nee dat niet, te gewoon? Om die heerlijke herinnering aan betrekkelijk onbezorgde tijden? Ja, waarom eigenlijk?
Mooi is dat. Die zogenaamd onschuldig slapende man bij kachel roept een wereld aan mogelijkheden op. Zijn gelaagdheid zit hem wellicht ook in het werk zelf, maar vooral in wat het oproept, verbergt en biedt tegelijkertijd. Allejezus!, was je even gaan liggen – gebeurt er dit!