Kunstpraat 12.4.2013: Katharine Grosse’s bevrijding van de schilderkunst
12/04/2013 Plaats een reactie
Heel vaak gaan besprekingen over beeldende kunst over subtiliteiten. Eergisteravond was ik tafelheer in Galerie Hommes en hoorde mezelf zo genuanceerd mogelijk praten over de diepte van lagen verf op de overigens schitterende schilderijen van Petra Werlich. Het is sowieso de gewoonte in de meeste kunstevaluaties om het onderwerp met fluwelen handschoenen aan te pakken. Dat is prima, en vaak wordt het ook afgedwongen. Bovendien maken kunstenaars er zich ook ‘schuldig’ aan, door soms eindeloos en onnavolgbaar te filosoferen over hoe zij in hun werk van A naar G komen.
Daarom is het soms zo heerlijk om op kunst te stuiten die daar precies tegenover staat. Die verder helemaal hartstikke oké is, maar die even niet te subtiel voor woorden is. Of in zijn ongepolijstheid juist weer erg subtiel – die draai is net zo makkelijk te maken. Neem ‘een’ Kiefer, of ‘een’ Koons.
Helemaal heerlijk maakt Katharina Grosse het wat dat betreft. Zij werkt aan de ‘bevrijding van de schilderkunst’ – en ik kan me dat zo goed voorstellen – die wens om te ontsnappen aan de conventies van je vak. Het is een fascinerende ontwikkeling die zij doormaakt, als je weet dat ze begon met bijna monochroom beschilderde oppervlakten. Zodra je haar werk ziet, weet je ook dat ze niet van de straat is. Ze weet waanzinnig goed haar kleuren te kiezen, te bewerken en toe te passen. En het mooie is, dat het overal een bevrijdend effect heeft. Op straat, met gestapelde, fel gekleurde ‘dozen’ in een verder steenmonotone stad. In het museum in Tilburg met enorme ballonnen die met hun vorm al sterk contrasteren met de omgeving en door de toegevoegde kleuren er helemaal een feest van maken. Over de eeuwigheid versus de tijdelijkheid van (moderne) kunst gesproken.
Onwillekeurig moet ik denken aan het vrolijke liedje van Toon Hermans: een ballon, een ballon, een ballonetje, dat danst in de wind, aan een draadje…
Het is jaloersmakend werk, van Katharina. Het is inderdaad bevrijdend. En het is op zijn eigen manier ongelooflijk subtiel. Dat kan, ook op enorme formaten.
Wat is beeldende kunst toch ongelooflijk inspirerend, en lekker, en heftig, en geil, en feestelijk, en inspirerend, en uitdagend, en, en, en, en/