Kunstpraat 15,16.3.2013: de diepte van Hans Keuls


In mijn waarschijnlijk eeuwige zoektocht naar wat een goed werk een goed werk maakt kom ik vaak uit bij de gelaagdheid. Of je het nu hebt over een sterk literair werk, sterke poëzie, prachtige muziek of geschilderd werk – wat mij betreft is de gemeenschappelijke noemer de diepte ervan. Aangebracht in lagen verf, in gestapelde, vervlochten verhaallijnen, in het combineren van harmoniën. Ja dat is waar, maar het is uiteraard niet alles. Het gaat ook om techniek. Om beheersing. Om kundigheid.

En zo hoop ik in de loop van de tijd nog wel andere criteria te ontdekken. Want hiermee is lang niet alles gedekt wat je tegenkomt in de beeldende kunst. Zo blijft conceptuele kunst voor mij moeilijk toegankelijk – misschien moet ik hier wel mijn ‘eis’ van gelaagdheid loslaten, of een ander perspectief geven. En kun je bij een idee ook van gelaagdheid spreken. In mijn lange reclamebestaan heb ik geleerd dat het sterkste idee, ook het eenvoudigste is. Daar valt veel voor te zeggen. En niet voor niets luidt de waarheid dat ‘eenvoud het kenmerk van het ware’ is. Om maar te zwijgen van het tot vervelens toe gebezigde ‘less is more’.

Allemaal dingen waar niemand iets tegen zal hebben. Maar hoe kan ik dat (terug)vertalen naar de beeldende kunst, de schilderkunst, de installatie-kunst? Die is vaak verre van ‘less’ en eerder flink wat ‘more’. Verwarring is regelmatig mijn deel.

0168965keuls_h

Godzijdank bestaat Hans Keuls. En Galerie Vonkel, Den Haag. Want daar moet je dezer dagen zijn om knap schilderwerk te zien. Gelaagd? Ja. Eenvoudig? Ja. Gekund? Ja. Keuls is volgens mij verliefd op zijn verf en verslaafd aan het ritme van zijn schilderwerk. Of verslaafd aan zijn werk en verliefd op het ritme. Zijn schilderijen stralen dat letterlijk uit. Maar er is ook iets anders. En dat is het ‘handschrift van de schilder’. Zo noem ik dat, althans. Het is zijn manier van verfbehandeling. Zijn beheersing van de techniek. Zijn besef van begrenzing, van weten wanneer het genoeg is.

En dan komt de interpretatie. Volgens Vonkel hebben we te maken met schilderijen die de natuur weerspiegelen. Impressionistisch – het woord wordt gebruikt. Voor mij hoeft dat niet. Zoals zo vaak bij dat soort toelichtende teksten, krijg ik de neiging tot kokhalzen. Neem bijvoorbeeld deze: “(-) een dwingend verlangen de chaos te ordenen, iets wat beter omschreven kan worden als een bijna bezeten componeerdift. Dit resulteert in een dromerige schildersvlucht, energiek in beweging, maar tegelijkertijd ook verstild en indringend. De ontstane spanning in de constante, bijna monnikachtige, herhaling van het ritme van de schildershand, verdiepen het werk langzaam maar zeker tot een mysterieuze geladen schoonheid.”

0168966keuls_h

Getverdemme. Houd je kop, kwebbel – denk ik dan. Zo’n tekst doet het werk geen goed.

Keuls schildert gewoon schitterende abstracten, die inderdaad wat impressionistisch aandoen. En fucking gelaagd zijn. Zo, dat je als kijker erin gezogen wordt. Op het moment dat je dat ervaart, dan sta je volgens mij tegenover een sterk werk.

 

Over hanvanwel
Alles voor de kunst. De kunst van het kijken, schilderen, schrijven, creëren, vertellen, genieten, bedenken en maken. De kunst van het je eeuwig verbazen. Maar ook de kunst van het rouwen. En de kunst van het weer doorgaan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: