Kunstpraat 1.5.2013: De broze wereld van Teja van Hoften
01/05/2013 Plaats een reactie
Transparant – jarenlang is dit woord te pas en te on- gebruikt om van allerlei te definiëren: werkprocessen, organisaties, relaties, gebouwen, personen zelfs. Daardoor is het woord flink afgevlakt. En er zijn maar weinig contexten denkbaar waar transparant van toegevoegde waarde is.
Een daarvan heeft wat mij betreft te maken met het werk van Teja van Hoften. Voor zover ik weet is zij al jaren bezig zich het wezen van transparantie eigen te maken. Teja is (onder meer) keramist. En dan een van de meest fijnzinnige soort. Het is niet makkelijk om haar werk samen te vatten. Het is emotioneel, diepgravend, vol subtiliteiten en ‘ondraaglijk licht’. Alles wat zij maakt is meer dan poëzie. Het is taal voorbij. Het is transparantaal. Of zoiets.
Het heerlijke is, dat haar werken geen titel hebben. Hooguit ‘textiel’. En dat is mooi. Geen gelul, gewoon een vorm en ‘gewoon’ een aanpak die gewoon uniek is en gewoon voor zichzelf spreekt. Gewoon vreselijk transparant en tegelijk ook helemaal niet. De ruimte tussen de lijnen is namelijk net zo goed ruimte, vulling en object. Dus hoezo transparant.
Maar overdrachtelijk – ja. Wat ik mooi vind aan Teja’s keramiek is dat ze kiest voor die fragiele aanpak, dat ze betekenissen terugbrengt tot oervormen – iets wat ze trouwens ook doet in haar andere objecten. Of het nu het karakter van textiel is dat wordt teruggebracht tot organische structuren, of dat het gaat om de lieve schaartjes van een krab als handschoenen aan een rood draadje. Het zijn verhalen gebakken in subtiele kleivormen, ontleed in textiel of subtiel aangebracht op een klei-ondergrond. Het is te mooi voor platte woorden – wat nodig is, is transparantaal. Pure emotie – zo eh… transparant als wat.