Kunstpraat dd. 14.05.2013: Folkert de Jong wikt en herschikt
15/05/2013 Plaats een reactie
Van Sweet Violence naar De Rechter (als het zo heet), ofwel van Ronald Ophuis naar Folkert de Jong is eigenlijk niet zo’n heel grote stap. Goedbeschouwd. Of misschien toch wel. Welbeschouwd. Het verschil zit ‘m in de benadering van het onderwerp.
Ophuis klaagt aan, stelt vragen, vraagt om aandacht voor de dader en daarna pas voor het slachtoffer (als het dat al doet). En hij doet dat met wrange, grote schilderijen. Serieus, loodzwaar, en het schuurt als het grofste schuurpapier. De Jong heeft ook zijn bedenkingen over macht en politiek, over oorlog en geschiedenis. En De Jong klaagt ook aan. Maar totaal anders dan Ophuis. Waar Ophuis scėnes letterlijk regisseert in al hun gruwelijkheid, verbeeldt De Jong de macht in soms angstaanjagende objecten. Of in krankzinnige objecten. Of in combinaties daarvan. Bijvoorbeeld deze:
Het is interessant om even stil te staan bij het verschil in aanpak. Beide benaderingen gaan uit van een letterlijke weergave. Bij Ophuis is dat een ‘zo letterlijk mogelijke’ bij De Jong is het een letterlijke metafoor. De Jong klaagt aan door overdrijving, door stapeling, door letterlijke ontluistering. Tegelijk voegt hij een element aan toe dat bij Ophuis waarschijnlijk nooit zal voorkomen: humor. Bitter. Sarcastisch. Cynisch.
Folkert kiest voor een beproefd stijlmiddel, de overdrijving. De debielige geestelijke, als dat het is, is zichtbaar incontinent, bedient zich van een megafoon om nog enigszins gehoord te worden en weet zich gesterkt door ten minste twee geweren. En zo voort. Het beeld spreekt voor zich. Folkert maakt van de macht een onmacht, van veronderstelde sterkte een duidelijke zwakte. Hij maakt macht belachelijk, ridicuul, hilarisch. Als het nodig herschikt hij een stuk geschiedenis. De Jong stelt geen vragen aan zijn kijker – hij heeft zijn conclusie al getrokken, en werkt die uit. Soms op het carnavaleske af.
Dat is het theater van Folkert. Geen circus, maar een theater waar zomaar ook een balletdanseres figureert, of een vrolijk tableau de la troupe – en dan ineens weer een merkwaardig tableau waarin zo te zien slavenhandelaren een rol spelen:
Het zijn allemaal beelden(groepen) die direct herkenbaar zijn. Het is het handschrift van Folkert de Jong. Waarin de aanklacht tegen de macht van een heel andere orde is dan bij Ophuis.