Kunstpraat 23.5.2013: figuratief impressionisme – bestaat dat?


Jan De Vliegher, 1964 Brugge, wordt een ‘vitalistisch schilder’ genoemd. Hij exposeert deze weken in Brussel. Zijn tentoonstelling bestaat uit vier reeksen van samen 44 recente olieverfdoeken. De Vliegher genoot zijn opleiding aan het Hoger Instituut voor Beeldende Kunsten Sint-Lucas in Gent en stelde reeds tentoon in verschillende grote Europese steden en in New York, waar later dit jaar een nieuwe expositie volgt.

Ik kende hem niet. Nou zegt dat weinig, dat weet ik ook wel, maar het geeft me de vrijheid om me grondig te laten verrassen. Denk ik. De Vliegher – die nog altijd in Brugge woont en werkt – heeft een voorliefde voor klassieke interieurs zoals je die in Versailles vindt.

0167577vliegher_j

Zijn manier van schilderen verschilt hemelsbreed met de aanpak die ik gisteren besprak, het werk van Wiel Wiersma. Die enkele maanden in een kasteel logeerde en er verliefd werd op het licht op de eeuwenlang geboende vloeren. Waar Wiel het licht vangt in prachtige gedragen zwarten, grijzen en witten en werkt met subtiele suggestie, pakt Jan het veel ruiger, barokker, impressionistischer aan. Het lijkt wel of hij zijn stijl ontleent aan het onderwerp dat hij schildert. Tegelijk voegt hij er een soort nieuwe frivoliteit aan toe. Wellicht heeft dat te maken met zijn manier van schilderen: uit de schouder en niet uit de pols.

Eigenlijk wil ik helemaal niet vergelijken. Wiel is Wiel en Jan is Jan. Maar het gebeurt toch. Of in elk geval, terwijl ik over Jan schrijf, moet ik aan het werk van Wiel denken. Aan hoe Wiel het interieur min of meer links laat liggen en het als het ware misbruikt voor een hoger doel: het weergeven, of beter nog: het vangen van het licht. En dat op een wat mij betreft magische wijze. In het werk van Jan speelt het licht ook een grote rol. Het zet zich vast op de vergulde randen van schilderijen, kasten, deuren. Het licht dat Jan schildert dient ter ondersteuning van het pracht & praalinterieur. Het is geen thema op zich, zoals dat het wel is in het werk van Wiel. Toch kan Jan ook niet zonder dat licht. Heel simpel: hij krijgt het bijna gratis bij het interieur (type Versailles) dat hij zo graag schildert. Dit is geen waardeoordeel over Jan en zijn werk, overigens.

Het knappe aan het werk van Jan is zijn eh… figuratief impressionistische manier van schilderen. Vitalistisch, zo je wilt. Het is die aanpak, die ‘touch’, die de schilderijen zo speciaal maakt. Nee, die de interieurs zo speciaal maakt. Er zit ongelooflijk veel vaart in zijn manier van schilderen. Daardoor trekt hij het interieur uit zijn oubollige winterslaap, geeft het een nieuw soort dynamiek, maakt het eigentijds. En dat is bijzonder. Dat was ook voor mij reden om erover te schrijven. Die combinatie van licht en dynamiek in een verder nogal belegen omgeving. Dat is knap hoor.

Alleen al daarom is het eigenlijk onmogelijk om het werk van Jan te vergelijken met dat van Wiel. Figuratief impressionisme – waarom niet?

Over hanvanwel
Alles voor de kunst. De kunst van het kijken, schilderen, schrijven, creëren, vertellen, genieten, bedenken en maken. De kunst van het je eeuwig verbazen. Maar ook de kunst van het rouwen. En de kunst van het weer doorgaan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: