Kunstpraat 19.06.2013: Lars Bang: introverte verhalen
20/06/2013 Plaats een reactie
Galerie BMB in de Kerkstraat, Amsterdam, heeft tot augustus werk van de Deense kunstenaar Lars Bang (1973). Zijn schilderijen zijn ongelooflijk illustratief. Zo zelfs dat je letterlijk verwacht het verhaal erbij afgedrukt te krijgen. Het is het soort werk dat makkelijk het risico loopt om in een bepaalde hoek gedefinieerd te worden, als een vorm van beeldende kunst die te makkelijk is. Toch doe je daarmee onrecht aan Bang: zijn schilderijen zijn daarvoor te bijzonder en bovendien staat hij als schilder zijn mannetje.
Neem dit “Wounded Heroes”. Een merkwaardig tafereel in een bijna surrealistisch circus. Waar je, zoals dat uiteraard hoort, meer ziet naarmate je langer kijkt. En waar je steeds nieuwsgieriger wordt naar het verhaal achter het werk. Wie zijn die helden die gewond zijn? Wat is de symboliek? Welk verhaal wordt hier afgebeeld? En zo meer.
Of deze “Solo”:
Het zijn merkwaardige vertellingen vanuit zichtbare fascinaties met cowboys, indianen, rondtrekkende artiesten, zogenaamd onschuldige kinderen en allerlei bijbehorende attributen.
Zo eh… letterlijk als de schilderijen zijn, zo zogenaamd extrovert – zo zijn ze wat mij betreft juist ongelooflijk hermetisch, introvert. Juist die illustratieve kant zet je als kijker op het verkeerde been. Want wat simpel lijkt – verwijst naar niets anders dan zichzelf. En naar het brein van de maker. Dat brengt me op de vraag wat nou eigenlijk toegankelijker is? Een schilderij van Bang, of, pak ‘m beet, van Bade. Dit bijvoorbeeld:
Ook hier wordt een verhaal verteld, maar veel extroverter met veel meer ruimte voor de kijker om te interpreteren. Bade geeft beeldelementen waar je als kijker mee aan de slag kunt.
Ik vind dat interessant. Wat zich voordoet als een uiterst toegankelijk werk (Bang) blijkt in de praktijk eigenlijk helemaal niet zo. In elk geval niet voor iemand die met een werk ‘aan de slag’ wil. En toch voel je je ertoe gedwongen. Nee, andersom, het werk dwingt je ertoe. Het geeft je nauwelijks vrijheid van interpretatie.
Dat, in tegenstelling tot het voorbeeld van David Bade. Ook hier beeldelementen, maar ogenschijnlijk veel losser geplaatst – zonder opgelegd gesuggereerd verband. Je kunt van dit werk genieten om het werk zelf. Het is avontuurlijk, opgebouwd uit verschillende lagen en nogal verbeeldend. Ook door het typische Bade-kleurgebruik.
Het gaat me niet om een waarde-oordeel. Het gaat me om het kijken op zich. Om het willen en kunnen interpreteren. Om de vrijheid die het werk aan jou als kijker geeft om er iets mee te doen. Of niets. En dan blijkt zo’n werk niet te zijn wat het suggereert te zijn. En blijkt een werk dat je makkelijk zou wegzetten als abstract/figuratief eigenlijk erg toegankelijk. Mooie boel!