Kunstpraat 23.07.3013: ‘gaan omver’ – taal en teken van Harm Hajonides
23/07/2013 Plaats een reactie
Geilneef Jans Muskee, zelf niet de minste als het gaat om bijzondere beeldende (teken/schilder)kunst zoals je wellicht weet, postte onlangs dit bericht op Facebook:
Aanrader: “gaan omver” bij C&H art space, nog te zien tot 31 augustus, met het ontroerend mooie werk van Harm Hajonides.
En als Jans zoiets schrijft, dient men dat serieus te nemen. Nou is Jans een eh… ruimschoots expliciete kunstenaar. Vrouwen zijn doorgaans gewoon lekkere wijven, voortreffelijk geproportioneerd en mannen zijn over het algemeen gewoon geile, maar volgens mij ook eenzame, bokken. Jans plaatst ze als toneelspelers in de meest barokke scènes, of verschaft ze allerlei merkwaardige hulpmiddelen die vanalles kunnen symboliseren.
Daarom is het wel zo verrassend dat juist hij ons aanraadt om naar het ‘ontroerend mooie werk’ van Harm te kijken. Want wat Harm maakt is zo’n beetje precies het tegenovergestelde van Jans. Nouja, misschien ligt daarin ook wel het antwoord op mijn verbazing.
Harm is: houtjes. Harm is: vouwblaadjes. Harm is: gescheurd papier. Harm is: tekst. Tekstjes. Woordjes die woord worden, naarmate je langer kijkt. Werk van Harm is ongelooflijk kwetsbaar. Op de grens van het waarneembare, lijkt het. Een vriendin van me noemt het ‘bijna’ antroposofisch – maar ook weer niet. Ik vind dat het dichtbij het boeddhistische ‘ervaren’ komt. Bij het ‘zien’ dat voorbij het ‘zien’ van concrete concepten gaat. Je ‘ziet’ dat voor Harm het proces eigenlijk belangrijker is dan het eindproduct. En kijken naar zijn werk, is ook een vorm van kijken naar het proces van tot stand komen. Ik houd daar wel van. Die kwetsbaarheid, die zogenaamde simpelheid. Die woordjes die ook werkelijk iets toevoegen en tegelijk deel uitmaken van het geheel.
Op Blogspot zie je een overzicht van zijn werk over de afgelopen jaren. Daar ook zie je zijn tekeningen die voortdurend lijken te gaan over de onmacht van de man (Harm?) om de vrouw te vinden die bij hem past. Het zijn geen bittere vertellingen in beeld. Het zijn even kwetsbare afbeeldingen als zijn abstracte papierwerk. Die kwetsbaarheid dient ook een ander doel, namelijk ons duidelijk te maken dat wat we zien er slechts voor even is, van voorbijgaande aard, fragmenten die worden meegenomen door een eeuwigdurende stroom. Die even ‘zijn’ en daarna niet meer. Als vluchtige gedachten en associaties op het leven van dat moment. ‘Ontroerend mooi werk’ inderdaad. En tegelijk imposant – door het lef om te kiezen voor zulke kwetsbare middelen.
Ik weet niet of het een trend is, maar de laatste tijd heb ik al aardig wat beeldende kunst beschreven waarin tekst een bijzondere rol speelt. De ene keer vraag ik me af waarom dat zo nodig moet, de andere keer ben ik ontroerd door het raffinement waarmee de tekst is verweven met het werk. En dan is er het werk van Harm, simpele woorden die steeds niet anders doen dan de fragiele omgeving aan te vullen, rond te maken, (bijna) poëtische kracht te verlenen. Beeld en tekst, tekst en beeld, blaadjes beeld en flardjes tekst – niet neergedwarreld, niet weggefladderd.