Kunstpraat 17 oktober: Raphaël Hermans beklimt de bergen van zijn intuïtie


De ene berg is de andere niet. Objectief gesproken. En subjectief. Ben je een wandelaar op vakantie dan is de berg die je beklimt meestal een recreatieve attractie. Ben je beroepsklimmer dan is de berg meestal een fysiek/organisatorische uitdaging. Woon je tussen de bergen, dan is elke berg een noodzakelijk gegeven, dat wordt beheerst door de seizoenen en waarmee je in het beste geval hebt leren leven.

 Een van de mooiste boeken die ik ken, is het middendeel van de trilogie die Jon Kalman Stefánsson schreef ‘Het verdriet van de engelen’. Kalman Stefánsson is een van de weinige schrijvers waarop ik echt jaloers ben. Zoals hij zijn woorden pakt, op een heel natuurlijke manier met metaforen werkt, erin slaagt om elke zin pure poëzie te laten zijn en tegelijk een echte verteller is – Wow! Het boek gaat over een postbesteller en een verder naamloze jongen die samen post moeten bezorgen in een onbekend, schaars bewoond gebied op IJsland . Er volgt een gevaarlijke tocht over bergen, langs fjorden, in de vrijwel voortdurend striemende sneeuw. Die waait als het ware uit het boek recht in je gezicht. ”De sneeuw klapt in hun gezicht als koude handen die raak slaan.”,  noteert Kalman Stefánsson. Zo, dus.

Die tocht die ze maken is bijna eh, ‘intuïtief’ – ze lopen op hun innerlijke kompas tegen de gevaarlijk steile hellingen op, struikelen even hard weer naar beneden, deels over paden, deels over ja, over wat eigenlijk? Intussen dromen ze over diezelfde bergen in de lente, als het gras frisgroen is, als er bloemen bloeien, als de schapen en de geiten erover lopen, als er liefde in de lucht zit.

Goed, lange inleiding, maar noodzakelijk. Want ik ben op bezoek bij Raphaël Hermans. Die schildert. Eigenlijk zijn leven lang al. Maar dan werkelijk. Daarnaast is hij bassist – dat je het weet, want een bassist in een band behoort tot de ritmesectie. En dat hoor je als het ware weer terug in zijn schilderwerk. Dat is namelijk behoorlijk ritmisch als je goed kijkt.

Nou is er iets bijzonders aan de werkwijze van Raphaël: hij heeft geen vooropgezet plan, geen idee – zou je bijna zeggen. Raphaël is zo’n schilder (en dat is hij echt) die zijn leven laat dicteren door zijn verf en zijn kwasten. Zoals veel schrijvers ervaren dat de ene zin logisch voortkomt uit de voorafgaande, zo accepteert Raphaël het dat hij ‘t niet zo voor het het zeggen heeft in de relatie tussen zijn materialen. Hij is vooral intermediar. Intuïtieve intermediair. Die tot voor kort nogal figuratief werkte, maar die nu steeds abstracter schept. Niet omdat hij dat vooraf heeft bedacht, maar omdat het zo gaat.

_MG_4424

Nou zou je kunnen denken dat Raphaël er ook verder niet over wil nadenken. Maar dat is dus niet zo. Wat hij doet is allereerst accepteren dat het process hem leidt – en niet andersom. Vervolgens, op een bepaald moment in dat proces, neemt hij weer de leiding, beredeneert het werk, kiest uiterst zorgvuldig zijn kleuren en kwasten en rondt het proces beheerst af.

Deze dagen werkt hij aan een tentoonstelling van schilderijen in De Nieuwe Liefde, Amsterdam. Ik zie twee soorten ontstaan: portretten, waaruit blijkt dat Raphaël – zoals zovelen – een groot bewonderaar is van Bacon, zonder echter de nieuwe Bacon te willen zijn, wat ook godsonmogelijk is. En bergen. Eindeloos veel bergen. Vooral toppen van bergen. Met hier en daar een ijslijk. Eindeloos veel bergen die eindeloos op elkaar lijken en die daardoor een bepaald ritme ontwikkelen – zie ‘bassist’ – wat nogal hypnotiserend werkt. Ongeveer zoals een berg zijn beklimmer in zijn greep kan krijgen. En ongeveer zoals een sneeuwstorm diezelfde beklimmer opeet.

Raphaël weet niet wat er voor hem ‘achter’ zijn bergen ligt. Hij vermoedt nog veel meer abstractheid. En als je een uurtje met hem praat, ontdek je dat hij oprecht dat avontuur wil aangaan. Voor hem geen interessant-doenerij, geen strategische afwegingen – Raphaël is bijna de boeddha onder de schilders die ik ken. Hij laat het materialisme voor wat het is en accepteert dat daarvoor in de plaats processen komen die hij simpelweg moet volgen zonder te vragen.

_MG_4410

Dat levert nu dus ijzingwekkende bergen/bergtoppen op. En dito portretten. Het leuke is, als je dit allemaal weet en hebt geprobeerd te begrijpen, dat je net als Raphaël nieuwsgierig wordt naar wat er komen gaat. Dus wat er achter die bergen ligt. Dus eigenlijk wat er achter zijn intuitie ligt. Ik vermoed, nog heel wat bijzonder werk. En op een dag ontstaat een werk dat leest als een roman van Jon Kalman Stefánsson, met zinnen als deze: ‘”De sneeuw klapt in hun gezicht als koude handen die raak slaan.” Maar dan in verf. In De Nieuwe Liefde ontdek je het begin van die bergbeklimming.

Ik kan het  niet laten Goehte moet erbij:

Über allen Gipfeln
Ist Ruh,
In allen Wipfeln
Spürest du
Kaum einen Hauch;
Die Vögelein schweigen im Walde.
Warte nur, balde
Ruhest du auch.

 1815

luister maar

 

Over hanvanwel
Alles voor de kunst. De kunst van het kijken, schilderen, schrijven, creëren, vertellen, genieten, bedenken en maken. De kunst van het je eeuwig verbazen. Maar ook de kunst van het rouwen. En de kunst van het weer doorgaan.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: