Euthanasiepraat: recht op leven, dan ook op sterven?
16/03/2020 Plaats een reactie
(beetje lang blog, sorry)
Ergens in het midden van de jaren ’60 van de vorige eeuw kwam een tijdschrift uit met een bijzondere cover. Afgebeeld was een smeedijzeren balkonnetje waarop zij aan zij twee doodskisten zaten als mensen op een stoel. Uitkijkend (tevreden?) over de straat beneden. Die cover diende als illustratie bij het hoofdartikel dat ging over de Nederlandse opvattingen over euthanasie op dat moment en vooral over die opvattingen een kleine eeuw later. In die visie bleek rond deze tijd zo’n beetje de hele Benelux een internationaal euthanasie-walhalla. Het artikel veroorzaakte enige opwinding en verdween vervolgens in de vergetelheid. Jammer genoeg weet ik niet meer om welk tijdschrift het ging – dus wie het weet mag het zeggen. (in elk geval niet Ons Erfdeel of Bres Planète).
Ondraaglijk lijden: vertrouw geen deskundige
Deze herinnering kwam bij mij op een paar weken geleden toen euthanasie weer eens in het middelpunt van de aandacht stond. De discussie over euthanasie is goed en naar mijn mening ook terecht: meer en meer mensen willen zelf de baas over hun leven en dood zijn. Officieel is er de euthanasiewet die tot in detail voorschrijft wanneer, door wie en zelfs hoe euthanasie te regelen valt. Maar zo simpel is het niet. Want er vallen veel mensen buiten het schip die wel euthanasie willen maar die volgens de wet niet ‘ondraaglijk lijden’. Ik vraag mij af wie beter dan de vrager zelf kan weten of hij ondraaglijk lijdt, maar goed.
We hebben alle ‘vrijheid’ om te leven zoals we zelf willen, maar niet om te sterven zoals we zelf willen. Zo wordt leven een rare plicht. Dus wat betekent het recht om in vrijheid te leven als we niet vrij zijn om baas in eigen leven te zijn?
Nu er zelfs onderzoek is verricht naar de wel of niet bestaande stervenswens van 50-plussers, zou je zeggen dat daarmee er ook aandacht komt voor het zelfstandige recht om een vrijwillege dood te kiezen. Maar hier trapt de overheid en de maatschappij keihard op de rem.
Lééf
Voor de meeste religies en overheden is het leven een kostbaar goed dat we moeten koesteren, beschermen en zeker niet ter discussie mogen stellen. Leven, sexualiteit, medische zorg: alles staat in het teken van het in stand houden van de soort. En waar vroeger dat voorbestaan werd beschermd met bijvoorbeeld teksten als ‘het gezin is de hoeksteen…’, zijn er nu wetten die de plicht voorschrijven dat het leven zo lang mogelijk geleefd dient te worden. Je krijgt als het ware bij je geboorte, nog voor je instaat bent om je te realiseren wat en wie je ben, een contract onder je neus waarin je belooft je leven pas op te geven als het universum het tijd vindt dat je ophoudt te bestaan. In je puberteit realiseer je je ineens met een schok dat je nooit om dit leven hebt gevraagd, maar verder kom je meestal niet.
Leven is dus een recht maar infeite een plicht. Die ‘plicht’ wordt door de medische wetenschap steeds verder opgerekt. Immers, (over)lijden moet tot in het absurde worden voorkomen, ook al kost dat vermogens. We staan er amper bij stil en zijn zelfs zo daaraan gewend dat we al die medische, psychische en sociale levensrekkende activiteiten logisch vinden. Pas als het echt, echt, echt niet anders kan, het fameuze ‘ondraaglijk lijden’, mag de iemand geëuthanaseerd worden. Het paradoxale van dat alles is dat de grondwet het recht op zelfbeschikking erkent: binnen de wettelijke grenzen mag iedereen zijn leven naar eigen inzicht inrichten (opluchting). Volgens sommigen kun je die regel dus ook zo interpreteren dat iedereen de vrijheid heeft om te beslissen over het einde van dat leven. Ook mensen (ouderen, maar waarom alleen zij?) die hun leven als voltooid beschouwen. Helaas. Gefopt. En dus niet door iemand in het bijzonder, nu even geen zakkenvuller in Den Haag, maar door een groot deel van de samenleving. Wie morrelt aan het leven mag al gauw rekenen op verontwaardiging, onbegrip en rioollucht op social media.
Doe het zelf-euthanasie
Leven is een te vuur en te zwaard verdedigde (wettelijke) plicht met een sterk economisch gedreven grondslag die wordt verkocht onder het mom van vrijheid.
Intussen trekken andere cijfers over euthanasie (bijvoorbeeld het aantal zelfmoorden met behulp van via het Darkweb verkregen ‘medicijn’) een lange neus naar de wetgever. Tegelijk tonen ze vooral aan dat alle gedoe rond de euthanasiewetgeving eigenlijk een achterhoedegevecht is: volgens het CBS lag het aantal zelfdodingen in 2001 op 1473 en in 2018 op 1829. Dat waren dus stuk voor stuk mensen die om welke reden ook besloten het leven in eigen hand te nemen. Ongeacht wat de wetgever, familie of bekenden daarover dachten. Het gaat me niet om het verdedigen van zelfdoding op zich, ik ken de gruwelijke impact daarvan op families en familisystemen.
In zo’n 18 jaar tijd blijkt dat het aantal zelfdodingen met zeker is 400 toegenomen en die groei stopt niet. Het aantal verkeersdoden kan geholpen afnemen, bij zelfdodingen speelt een ander mechanisme dat zich meer en meer onttrekt aan de maatschappelijke norm of dwang. In deze tijd van individualisering verbaast dat eigenlijk niet. De wetgever kan zich nog zo opwerpen als de hoeder van de (stervens)moraal, een redelijk grote groep mensen heeft zichzelf daaraan onafhankelijk verklaard en de deur verder open gezet naar werkelijke zelfbeschiking en individuele vrijheid.
Leven als plicht
Met andere woorden, het huidige zelfbeschikkings‘recht’ is krom. Het is een recht waarmee je niks kunt: zodra je langs de offciële weg aankondigt dat je levensmoe bent en naar jouw normen ondraaglijk lijdt– word je keihard terug gefloten en ingekapseld in een kring van hulpverleners die op allerlei manieren aan het werk gaan om jouw euthanasiewens te deprogrammeren. Zo ongeveer als kwaadaardige cellen in een lichaam worden ingekapseld en bestreden door goedaardige.
Wat mag, kan dus niet. Leven is een plicht die de dood niet erkent. Diep in het systeem van onze soort zit de dwangmatige drang tot voortplanten en (over)leven. Het is overleven in extremisom de soort in stand te houden. De dood helpt daaraan actief mee. Want de angst voor de dood houdt veel mensen tegen om het leven los te laten.
Gelukkig zijn er meer en meer mensen hun eigen euthanasie regisseren: onafhankelijk, als lid van een vereniging voor levensbeëindiging of via een levenskliniek – waar dan overigens nog altijd aan erg veel normen moet worden voldaan. Zij zijn het zat om regels opgelegd te krijgen over het inrichten van het grootste goed in ieders bestaan: het volledige bezit van je eigen leven. Onlangs verscheen een indrukwekkende en tegelijk verbitterde rouwadvertentie, geschreven door de afzender die daarna euthanasie pleegde, waarin zij vertelt over haar ondraaglijk lijden dat niet erkend werd (zij leed aan het leven door alles wat haar vader haar in haar jeugd had aangedaan), waardoor zij zich gedwongen voelde om het recht in eigen hand te nemen. En met het Dark Web is dat tegenwoordig niet erg ingewikkeld.
Tromp
Waaruit in elk geval blijkt dat je als hulpvrager totaal afhankelijk bent van de morele opvattingen van je hulpverlener die per definitie nooit helemaal in jouw huid en ziel kan kruipen. Er zijn maar weinig onderwerpen die zo tot in het absurde worden beschermd door ‘de’ instanties dan de euthanasie. Een van de schrijnendste gevallen wat dat betreft is het drama in Tuitjehorn, waar alle betrokken instanties zich lieten kennen als blinde verdedigers van de euthanasiemoraal. En zelfs bereid waren om de werkelijkheid naar hun hand te zetten. Hoezo transparante overheid. Dagelijks zien we bewijzen van de arrogantie van de macht die zijn tentakels uitstrekt tot ons eigen leven en die volstrekt integere mensen als huisarts Nico Tromp de dood indrijft. Een soort euthanasie met terugwerkende kracht..
We zijn er bijna, zijn we er bijna?
Dit is de vraag die voor mij overblijft: waarom verklaren ‘we’ het leven heilig? Beschermen het – vaak tegen beter weten in. Waarom gijzelen wij anderen met hun leven? Is het ethiek, angst, religieus relict? Ik vind het zo dubbel. Waarom beschermen we hier iemands leven tot in het absurde, terwijl we (uit levensbehoud?) in oorlogen of conflicten volkomen legitiem de ‘vijand’ doden – zonder hem, bij wijze van spreken, eerst een euthanasieformulier te laten invullen. Blijkbaar is een mensenleven in tijden van oorlog minder waard dan in vredestijd. Inconsequente, liegende zoogdieren. Dat zjin we. Het is een wonder dat we nog leven.
Intussen lees ik in een bericht over euthanasie-aanpassingen in Duitsland dat wij naar Duitse maatstaven allang dat euthanasie-walhalla zijn dat midden jaren ’60 nog gold als visioen. Dat dan weer wel.