Euthanasiepraat: recht op leven, dan ook op sterven?


(beetje lang blog, sorry)
Ergens in het midden van de jaren ’60 van de vorige eeuw kwam een tijdschrift uit met een bijzondere cover. Afgebeeld was een smeedijzeren balkonnetje waarop zij aan zij twee doodskisten zaten als mensen op een stoel. Uitkijkend (tevreden?) over de straat beneden. Die cover diende als illustratie bij het hoofdartikel dat ging over de Nederlandse opvattingen over euthanasie op dat moment en vooral over die opvattingen een kleine eeuw later. In die visie bleek rond deze tijd zo’n beetje de hele Benelux een internationaal euthanasie-walhalla. Het artikel veroorzaakte enige opwinding en verdween vervolgens in de vergetelheid. Jammer genoeg weet ik niet meer om welk tijdschrift het ging – dus wie het weet mag het zeggen. (in elk geval niet Ons Erfdeel of Bres Planète).

Ondraaglijk lijden: vertrouw geen deskundige
Deze herinnering kwam bij mij op een paar weken geleden toen euthanasie weer eens in het middelpunt van de aandacht stond. De discussie over euthanasie is goed en naar mijn mening ook terecht: meer en meer mensen willen zelf de baas over hun leven en dood zijn. Officieel is er de euthanasiewet die tot in detail voorschrijft wanneer, door wie en zelfs hoe euthanasie te regelen valt. Maar zo simpel is het niet. Want er vallen veel mensen buiten het schip die wel euthanasie willen maar die volgens de wet niet ‘ondraaglijk lijden’. Ik vraag mij af wie beter dan de vrager zelf kan weten of hij ondraaglijk lijdt, maar goed. 

We hebben alle ‘vrijheid’ om te leven zoals we zelf willen, maar niet om te sterven zoals we zelf willen. Zo wordt leven een rare plicht.  Dus wat betekent het recht om in vrijheid te leven als we niet vrij zijn om baas in eigen leven te zijn? 
Nu er zelfs onderzoek is verricht naar de wel of niet bestaande  stervenswens van 50-plussers, zou je zeggen dat daarmee er ook aandacht komt voor het zelfstandige recht om een vrijwillege dood te kiezen. Maar hier trapt de overheid en de maatschappij keihard op de rem.

Lééf
Voor de meeste religies en overheden is het leven een kostbaar goed dat we moeten koesteren, beschermen en zeker niet ter discussie mogen stellen. Leven, sexualiteit, medische zorg: alles staat in het teken van het in stand houden van de soort. En waar vroeger dat voorbestaan werd beschermd met bijvoorbeeld teksten als ‘het gezin is de hoeksteen…’, zijn er nu wetten die de plicht voorschrijven dat het leven zo lang mogelijk geleefd dient te worden. Je krijgt als het ware bij je geboorte, nog voor je instaat bent om je te realiseren wat en wie je ben, een contract onder je neus waarin je belooft je leven pas op te geven als het universum het tijd vindt dat je ophoudt te bestaan. In je puberteit realiseer je je ineens met een schok dat je nooit om dit leven hebt gevraagd, maar verder kom je meestal niet. 

Leven is dus een recht maar infeite een plicht. Die ‘plicht’ wordt door de medische wetenschap steeds verder opgerekt. Immers, (over)lijden moet tot in het absurde worden voorkomen, ook al kost dat vermogens. We staan er amper bij stil en zijn zelfs zo daaraan gewend dat we al die medische, psychische en sociale levensrekkende activiteiten logisch vinden. Pas als het echt, echt, echt niet anders kan, het fameuze ‘ondraaglijk lijden’, mag de iemand geëuthanaseerd worden. Het paradoxale van dat alles is dat de grondwet het recht op zelfbeschikking erkent: binnen de wettelijke grenzen mag iedereen zijn leven naar eigen inzicht inrichten (opluchting). Volgens sommigen kun je die regel dus ook zo interpreteren dat iedereen de vrijheid heeft om te beslissen over het einde van dat leven. Ook mensen (ouderen, maar waarom alleen zij?) die hun leven als voltooid beschouwen. Helaas. Gefopt. En dus niet door iemand in het bijzonder, nu even geen zakkenvuller in Den Haag, maar door een groot deel van de samenleving. Wie morrelt aan het leven mag al gauw rekenen op verontwaardiging, onbegrip en rioollucht op social media. 

Doe het zelf-euthanasie
Leven is een te vuur en te zwaard verdedigde (wettelijke) plicht met een sterk economisch gedreven grondslag die wordt verkocht onder het mom van vrijheid. 
Intussen trekken andere cijfers over euthanasie (bijvoorbeeld het aantal zelfmoorden met behulp van via het Darkweb verkregen ‘medicijn’) een lange neus naar de wetgever. Tegelijk tonen ze vooral aan dat alle gedoe rond de euthanasiewetgeving eigenlijk een achterhoedegevecht is: volgens het CBS lag het aantal zelfdodingen in 2001 op 1473  en in 2018 op 1829. Dat waren dus stuk voor stuk mensen die om welke reden ook besloten het leven in eigen hand te nemen. Ongeacht wat de wetgever, familie of bekenden daarover dachten. Het gaat me niet om het verdedigen van zelfdoding op zich, ik ken de gruwelijke impact daarvan op families en familisystemen. 
In zo’n 18 jaar tijd blijkt dat het aantal zelfdodingen met zeker is 400 toegenomen en die groei stopt niet. Het aantal verkeersdoden kan geholpen afnemen, bij zelfdodingen speelt een ander mechanisme dat zich meer en meer onttrekt aan de maatschappelijke norm of dwang. In deze tijd van individualisering verbaast dat eigenlijk niet. De wetgever kan zich nog zo opwerpen als de hoeder van de (stervens)moraal, een redelijk grote groep mensen heeft zichzelf  daaraan onafhankelijk verklaard en de deur verder open gezet naar werkelijke zelfbeschiking en individuele vrijheid.

Leven als plicht
Met andere woorden, het huidige zelfbeschikkings‘recht’ is krom. Het is een recht waarmee je niks kunt: zodra je langs de offciële weg aankondigt dat je levensmoe bent en naar jouw normen ondraaglijk lijdt– word je keihard terug gefloten en ingekapseld in een kring van hulpverleners die op allerlei manieren aan het werk gaan om jouw euthanasiewens te deprogrammeren. Zo ongeveer als kwaadaardige cellen in een lichaam worden ingekapseld en bestreden door goedaardige.

Wat mag, kan dus niet. Leven is een plicht die de dood niet erkent. Diep in het systeem van onze soort zit de dwangmatige drang tot voortplanten en (over)leven. Het is overleven in extremisom de soort in stand te houden. De dood helpt daaraan actief mee. Want de angst voor de dood houdt veel mensen tegen om het leven los te laten.  
Gelukkig zijn er meer en meer mensen hun eigen euthanasie regisseren: onafhankelijk, als lid van een vereniging voor levensbeëindiging of via een levenskliniek – waar dan overigens nog altijd aan erg veel normen moet worden voldaan. Zij zijn het zat om regels opgelegd te krijgen over het inrichten van het grootste goed in ieders bestaan: het volledige bezit van je eigen leven. Onlangs verscheen een indrukwekkende en tegelijk verbitterde rouwadvertentie, geschreven door de afzender die daarna euthanasie pleegde, waarin zij vertelt over haar ondraaglijk lijden dat niet erkend werd (zij leed aan het leven door alles wat haar vader haar in haar jeugd had aangedaan), waardoor zij zich gedwongen voelde om het recht in eigen hand te nemen. En met het Dark Web is dat tegenwoordig niet erg ingewikkeld.

Tromp
Waaruit in elk geval blijkt dat je als hulpvrager totaal afhankelijk bent van de morele opvattingen van je hulpverlener die per definitie nooit helemaal in jouw huid en ziel kan kruipen. Er zijn maar weinig onderwerpen die zo tot in het absurde worden beschermd door ‘de’ instanties dan de euthanasie. Een van de schrijnendste gevallen wat dat betreft is het drama in Tuitjehorn, waar alle betrokken instanties zich lieten kennen als blinde verdedigers van de euthanasiemoraal. En zelfs bereid waren om de werkelijkheid naar hun hand te zetten. Hoezo transparante overheid. Dagelijks zien we bewijzen van de arrogantie van de macht die zijn tentakels uitstrekt tot ons eigen leven en die volstrekt integere mensen als huisarts Nico Tromp de dood indrijft. Een soort euthanasie met terugwerkende kracht.. 

We zijn er bijna, zijn we er bijna?
Dit is de vraag die voor mij overblijft: waarom verklaren ‘we’ het leven heilig? Beschermen het – vaak tegen beter weten in. Waarom gijzelen wij anderen met hun leven? Is het ethiek, angst, religieus relict? Ik vind het zo dubbel. Waarom beschermen we hier iemands leven tot in het absurde, terwijl we (uit levensbehoud?) in oorlogen of conflicten volkomen legitiem de ‘vijand’ doden – zonder hem, bij wijze van spreken, eerst een euthanasieformulier te laten invullen. Blijkbaar is een mensenleven in tijden van oorlog minder waard dan in vredestijd. Inconsequente, liegende zoogdieren. Dat zjin we. Het is een wonder dat we nog leven.

Intussen lees ik in een bericht over euthanasie-aanpassingen in Duitsland dat wij naar Duitse maatstaven allang dat euthanasie-walhalla zijn dat midden jaren ’60 nog gold als visioen. Dat dan weer wel. 

De octopus van Pieter de Hooch (1629 – ca 1684)


We wilden naar de Prinsenhof, Delft, met de trein vanuit Amsterdam om Pieter de Hooch te bekijken. Maar vlak voor Leiden stopte de trein: er was een ‘springer’ vlak na Leiden. Zo heet dat dus, nare term. Omdat de springer eerst van het spoor geschraapt moest worden besloten we in Leiden in de Lakenhal te kijken naar de ‘Jonge Rembrandt’ die door vrijwel alle kranten de hemel werd ingeprezen. En, ja, we konden het ermee eens zijn. Zo jong als hij was en nog duidelijk op zoek naar zijn definitieve vorm was al in de vroegste schetsen en etsen het enorme talent van de meester van licht en donker te zien. Zelfs de ‘simpelste’ etsen toonden geloofwaardige mensen, geraffineerde vergezichten en mooie lichteffecten. Bij het verlaten van de Lakenhal brandden we een kaars voor de springer zonder wie wij nooit hier terecht waren gekomen. Puur zen: wij waren de rimpeling van de steen in de vijver, de wanhopige op het spoor. Wanhoop drijft mensen tot eh…  wanhoop. In de schetsen van Rembrandt valt weinig wanhoop te vinden. Wel talent en gedrevenheid. De gedrevenheid van het Grote Talent dat op uitbarsten staat.

Hoe anders blijkt dat een tiental kilometer verderop, ontdekten we toe wij enkele weken later alsnog springervrij in het Delftse Prinsenhof twee benauwde zalen werk van Pieter de Hooch ontmoetten. Verbazing. Pieter hangt in ongeveer elke collectie van Grote Musea. Hij wordt geroemd om de manier waarop hij het perspectief als het ware uitvond, net als het spel van licht en schaduw. Uit de teksten op de tentoonstelling blijkt dat Pietje de zoon was van een metselaar, net zo’n bescheiden afkomst als de molenaar die Rembrandts vader was. Verder schilderde hij in de eerste jaren van zijn schilderschap vooral genrestukken, scenes met soldaten die je enigszins doen denken aan de stukken van Jan Steen. Het zijn weinig interessante doeken, die van Piet, een beetje plichtmatig werk. Bovendien zien we dat het schilderen van mensen hem maar matig afgaat: amper diepte, lelijke zelfs rare portretten op plichtmatige lijven. 

Spat bij tijdgenoot Jan Steen de levenslust eraf in al zijn proporties, het lukt De Hooch maar niet om te overtuigen met zijn bloedarmoedige modellen. (De Hooch links)

genrestuk Pieter de Hooch
lawaai van jan steen

En wat blijkt: het wordt er in de loop van de jaren niet beter op. De mensen van Pieter kennen weinig proporties (geen enkele vrouw heeft borsten) en hebben op een enkel portret na – namelijk van een opdrachtgever die duidelijk veel geld moet hebben neergeteld – amper levendige gezichten. Het zijn etalagepoppen, en dat is in veel gevallen ook hun bestaansrecht op de schilderijen van Pieter: ze zijn noodzakelijke vormen om de dieptewerking van zijn megalomane perspectieven een (nog) groter effect te geven. Want daar ging het hem blijkbaar om vanaf zeker moment: geen genrestukken meer maar PERSPECTIEF. Met wiskundige precisie metselschildert hij bakstenen tot huizen, tot volmaakte perspectieflijnen – daar moeten talloze 1-harige penselen voor zijn gebruikt. En als er geen bakstenen zijn dan zijn het eindeloze vloeren in geometische vormen. Zou hij het zelf hebben bedacht, wilde hij zijn vader de metselaar eren, was het hem te doen om de uiterste precisie? Ik weet het niet, maar hoe meer ik kijk naar al die binnenplaatsjes en interieurs (bijna allemaal niet bestaand, evenals de kerktoren op de achtergrond), des te benauwder ik het krijg. Ik zie dwangmatigheid, bijna een soort toekomstige reïncarnatie van M.C. Escher (je kunt het slechter treffen). Ik zie iemand die wanhopig (daar heb je het weer) dat ene trucje eindeloos herhaalt en varieert. Zonder dat er wezenlijk iets in verandert. Nou goed, wat al die bakstenen in strakke lijnen en al die dooie etalagepoppen met hun kwaadaardig kijkende kleuters vergoeilijkt, is het werken met licht. Schaduw hier, zon daar. Zo valt een zonnnetje door het venster pardoes op de hand met de brief – een van de meest geslaagde De Hoochjes. 

Het verhaal gaat dat Pieter en Johannes Vermeer elkaar geïnspireerd hebben. Zou best kunnen, zie voorbeeld, maar het tragische is dat Vermeer uiteindelijk meer talent en durf bleek te hebben dan Pieter, die ook in latere jaren amper de moeite nam om zijn talent echt verder te ontwikkelen.

Pieter zijn meisje
het talent van Vermeer

Ook niet later toe hij met zijn gezin naar Amsterdam trok en met zijn stijl nauwelijks grote opdrachtgevers kon vinden. En als hij die al had dan ploeterde hij zich een slag in de rondte: op de personen, op de omgeving, op de kleding, op de vloerkleden en op een hond die er in eerste instantie uitziet als een octopus. Het moet allemaal een wanhopige worsteling zijn geweest (gelukkig reden er nog geen treinen). Onwillekeurig denk ik terug aan de ragfijne etsjes van tijdgenoot Rembrandt die zelfs op vierkante centimeter het leven uit de schaduw van het papier liet spatten. Arme Pieter, zijn vader had hem ongetwijfeld de dwangmatige onwrikbaarheid van de hoek en de lijn bijgebracht als metafoor voor het leven. En zoals elke zoon wilde hij zijn vader minstens evenaren en meestens overtreffen, was het niet in cement dan op schilderslinnen.  Malle Pietje.

We verlaten het architectonisch behoorlijk verrommelde en verwaarloosde Delft waar de muren van de grachten letterlijk uit hun voegen dreigen te vallen en rijden ongehinderd met de trein naar de hoofdstad. De trein waarin de wanden van de compartimenten zijn voorzien van een grote hoeveelheid schuine strepen in felle kleuren. Na alle perspectieflijnen van Pieter de Hooch lijkt het een cynische voortzetting van zijn enorme dwangmatigheid die misschien wel zijn gebrek aan werkelijk talent moest verbloemen.

Kort verhaal (1)


Het gebeurde, zoals dat heet, totaal onverwacht. Op een dag als alle andere eindeloos aan elkaar geregen dagen, ergens rond het midden van een week. Maar misschien wat het een maandag. Of een vrijdag. Hij was allang geleden gestopt met zich af te vragen welke dag, welke week, welke maand, welk jaargetijde het was waarin hij ademde. Teveel van hetzelfde. Te weinig om zich druk over te maken. Teveel routine. Teveel gelijkmatigheid. Teveel gezeik thuis. Omdat het van alles teveel niks was werd zijn stemming afgevlakt tot een muisgrijze dunne horizontale lijn. Teveel van niks, was zijn definitie van zijn huidige bestaan. Daaraan ontsnappen was zo langzamerhand een tour de force die hij zichzelf niet meer zag voltrekken. Kutzooi.

Drie keer per week ging hij in slow motion naar de buurtsuper waar hij zich kon opwinden over de almaar stijgende prijs van plakjes zalm. Of het plotseling ontbreken van spullen die hij anders ook niet zou kopen. Opwinding van niks. Ooit voelde hij over dergelijke zaken de adrenaline door zijn lichaam golven. Kippenvel, mijnheer! Dan vond hij het de normaalste zaak om het personeel erover aan te spreken, verantwoording te eisen en geraffineerd aan te sturen op een tegemoetkoming in welke vorm ook. Dat was een tijd.

En een keer per week maakte hij zijn gang naar de Albert Heijn. Vroeger kwam hij er dagelijks en rekende af zonder op het eindbedrag te letten. Kende de kassières bij naam. Maakte af en toe een praatje met de winkelmanager. Bemoeide zich graag met aanbiedingen of met de inrichting van de schappen. Niet dat het enig effect had, maar als goede klant kon hij makkelijk rekenen op een luisterend oor. Hij was vergeten wanneer dat ook alweer was.

Onzin.

Hij kon het zich heel goed herinneren. Met de kleinste moeite zelfs. Maar ook de kleinste moeite was in zijn huidige staat niet meer of minder dan het beklimmen van de Mount Everest voor meervoudig gehandicapten. Het was vandaag niet erg druk in de AH, maar ook niet bijzonder leeg. Hij had gekeken of er in de aanbiedingen iets was waarmee hij thuis kon komen. Daar ging godzijdank aardig wat tijd inzitten. Na drie kwartier slofte hij nog steeds een leeg karretje voor zich uit. Het ging hem hier steeds meer om het er-zijn: een speciaal soort genieten – van de breedte van de paden tussen de schappen, van de vormgeving van de producten, van de uitstalling van de groenten, van de tientallen soorten kaas in de koelvitrine. Het leverde hem sporadische maar intense geluksmomenten op.

Toen.
Was er de vrouw.
De vrouw kwam van achter uit de winkel gerend. In haar hand een verpakt brood. Typisch zo’n geval van vergeten dus karretje bij de kassa laten staan en sorry zeggen en snel naar de bakkerijhoek en weerom zo gepiept hij had het vroeger vaak genoeg gedaan want als je winkelt op de automatische piloot winkel je eigenlijk vanuit je onderbewuste en wil je vaak genoeg jezelf terugvinden met een kar vol boodschappen die je nauwelijks nodig hebt terwijl wat je wel nodig hebt…

Ze was een jaar of veertig. Niet onaantrekkelijk, constateerde hij zonder dat het hem verder iets deed. Losse haren, openhangende jas met zo te zien iets van een strakke spijkerbroek en dan wat gedoe los daarover. Geen tijd.

Hij keek haar aan zag haar steeds dichterbij komen en wist ineens dat hij dadelijk zijn voet zou uitsteken zijn hersens leken wakker te zijn geworden en berekenden met ongekend raffinement het ideale moment hij liet het gebeuren voelde niet eens een zich verheugen of schaamte of desnoods angst of verdriet of wat dan ook hij wist alleen dat hij dadelijk zijn voet zou uitsteken en dat hem dat enige voldoening zou geven een prikkel die hij lang niet meer had gevoeld en waaraan hij plotseling onuitsprekelijke behoefte scheen te hebben tot zijn eigen verbazing of wat nog daarvan over was het belangrijkste op dat moment was eigenlijk het dilemma of hij nou zijn voet zou uitsteken of het lege karretje tegen haar knieën duwen hij besloot zijn voet en toen was ze er ook dus stak hij zijn voet uit voelde hoe hij zijn spieren moest spannen om ervoor te zorgen dat ze ook echt zou struikelen en toen was het helaas alweer voorbij ze lag languit in het gangpad wat hij een onverwacht mooi, dramatisch, te janken zo prachtig beeld vond vooral omdat je het maar zelden ziet een languit gevallen een meter vijfenzeventig jas, spijkerbroek, alle kanten opwaaierend haar op de vloer van een supermakt ja kapotgevallen flessen cola of advocaat regelmatig maar een gevloerd mens dat was toch van heel andere orde en eigenlijk bijzonder genietbaar vooral hier waar precisie tot het uiterste was verheven en een incident als dit het effect had van een steen die een wak slaat in laagje ochtendijs hij had zijn voet uitgestoken en haar val nanoseconde na nanoseconde geregistreerd het brood vloog haar hand uit zeilde op luchtkussens over de tegels en kwam geleidelijk tot stilstand onder het schap met papieren zakdoekjes direct wist hij wat hem te doen stond dus hij liet zijn winkelwagentje los en was in drie stappen bij haar hurkte neer en bestudeerde haar gezicht zonder een woord te zeggen ze keek woordloos terug met een mix van boosheid, angst en schrik het leek een half uur te duren voor hij zijn spraak terugvond achteraf reconstrueerde hij nog vaak dat moment waarin er even niets anders bestond hij stak zijn hand uit en riep wat spijt me dat toch ik zag u niet aankomen hebt u zich bezeerd geef me uw hand dan help ik u overeind – blijf van me af gilde de vrouw u deed het expres ik zag u kijken ik weet het zeker ze gaf hem een duw waardoor hij diep achterover viel zijn hoofd stootte tegen een been van een van de omstanders die zich intussen in het winkelpad hadden verzameld hij mompelde wat en stond op.

Wegwezen hier.
Niemand legde hem een strobreed in de weg terwijl hij stijf overeind kwam en het winkelpad volgde naar de kassa’s daarlangs en naar buiten. Het leek of hij in een cocon liep, geluiden uit de supermarkt leken hem niet te bereiken en wat vooral vreemd was: in de rest van de supermarkt winkelde men gewoon verder alsof het incident er zich niet had afgespeeld.

Toen hij buitenstond besefte hij dat hij zijn boodschappenkarretje had achtergelaten met daarin het winkelmuntje. Hij kon het niet opbrengen om terug te gaan en zijn muntje op te eisen – lazer op met je muntje het belangrijkste was dat hij zich nu de held in zijn eigen speelfilm voelde. Script, dialogen, regie, hoofdrollen – de hele productie. Speciaal gevoel. Een mengeling van trots en vertwijfeling. Had hij het echt gedaan? Stoer! Was het stoer? Het was zo stoer als het steken van een speld diep in je arm. Niet uit te leggen. Onbedwingbaar, onontkoombaar. Heerlijk. Eigenlijk zonder de behoefte aan publiek. Het ging zoals het ging, het was zoals het was. Er lag geen vraag onder over de zinvolheid of zinloosheid van de actie. Dit. Was het. Punt. Uit. Klaar.

Toch was er meer. Er trokken rillingen over zijn armen. Rillingen die maar bleven wandelen tussen zijn stuitje en zijn nek en weer terug. Er was het lichte gevoel in zijn hoofd. Als een ruimtereiziger leek hij te zweven, de zwaartekracht had geen antwoord op zijn soortelijk gewicht.

Hij liep naar een bankje op het plein tegenover de supermarkt en voelde een onuitsprekelijke behoefte aan een sigaret – belachelijk hij had al meer dan tien jaar niet had gerookt.

Hij sloot zijn ogen en keerde zich naar binnen als in de mooiste meditatie die hij ooit had gedaan, tastte de binnenkant van zijn schedel af op zoek naar gevoel, irritatie, euforie, kalmte maar vond niets en tastte van daar naar zijn schouders opzoek naar hetzelfde en vandaar naar zijn rug, naar zijn borst, buik, onderbuik, dijen, kuiten, voeten steeds op zoek naar emotie, pijn, angst, ergernis, trots – maar voelde niets. Het was zoals het was. Niet eens teleurgesteld keerde hij terug naar zijn buik, nog altijd zijn ogen gesloten.

Hij voelde hoe er iemand naast hem kwam zitten maar besloot met zijn ogen stijf dicht er geen aandacht aan te besteden. Dat lukte nauwelijks want de persoon naast hem was glashelder in haar bedoelingen.

“Waarom liet u mij struikelen?”, klonk het veel te dicht bij zijn linker mediterende oor. De explosie van de stem rolde irritant door zijn gehoorgang, langs trommelvlies, over hamer naar stijgbeugel, over aambeeld, langs slakkenhuis en buis van Eustachius zijn hersens binnen die direct signalen stuurden naar zijn geconcentreerde Zijn dat er een serieuze aanval plaatsvond. Met intense tegenzin gaf hij in slow motion toe en kwam langzaam bovendrijven. Zijn rechteroog nog even gesloten opende hij het linker en draaide het zo voorzichtig mogelijk naar de stem naast hem.

“Waarom liet je mij struikelen, lul?”, klonk het opnieuw, dringender, kwader. Ze blies sigarettenrook uit. God wat had hij de pest aan rokers sinds hij was gestopt. Ze rookte. What the fuck? Het maakte hem eigenlijk geen donder uit. Hij wist het niet en bedacht dat hij dat net zo goed kon zeggen ook al zou ze het direct uitleggen als een bekentenis.
“Ik weet het niet,” zei hij dus eenvoudig en wilde zijn ogen weer sluiten om nog verder na te genieten.
“Klootzak,” klonk het naast hem zonder veel stemverheffing, ze drukte intussen de sigaret uit op zijn linkerhand stond op en liep simpel weg terwijl het leek of het vlees van zijn hand zachtjes siste.

Hij had natuurlijk van alles kunnen doen – hele scenario’s vlogen door zijn hoofd alsof hij aan het eind van zijn leven was – maar hij besloot geen krimp te geven. De pijn was fel en bleef lang echoën hij bedacht dat dit niet meer was dan het bijkomende effect van zijn daad die hij ook zonder emotie had uitgevoerd dus was het wel zo consequent om dit aspect niet toe te laten tot zijn zenuwstelsel. Iemand had haar sigaret uitgedrukt op zijn hand. Iemand die hij kort daarvoor had laten struikelen. Omdat het moest.

Hij was meer dan tevreden over de daad. Met je kop in de wind weet je dat je leeft – is er geen wind dan veroorzaak je die zelf construeerde hij zijn rechtvaardiging. Hij bleef nog even zitten.

Het begon voorzichtig te regenen. Bijna dankbaar strekte hij zijn linkerhand uit – niet te ver – en liet de regen de as van de wond spoelen. Hoe welkom kon water zijn. Ten slotte stond hij op, liep met verende passen naar zijn fiets en peddelde op huis aan met een energie die hij lang niet meer had gevoeld zijn maag in de knoop alsof hij voor het eerst verliefd was zijn hersens in de hoogste versnelling alsof hij nog voor middernacht een compleet concept moest hebben uitgedacht zijn lippen in een glimlach die zelden zijn gezicht had gesierd. Boeddha zou jaloers zijn.

Hou het vast – ging het door hem heen. Hou dat vast. Hier gaat het om. Niet het daar en straks. Niet het ooit en toen. Nee, het Hier en het Nu. May I have your votes please?

 

 

5 september: laatste foto ‘Aan het Water’, teken nú in op het boek!


Nr. 365. Voor een keer een tekst van een ander. Omdat het de laatste keer is. Omdat het 365 mooie momenten waren. Omdat er zoveel te leren valt. Van het water. Van elkaar. “Bij zichzelf beginnen, maar niet bij zichzelf eindigen; van zichzelf uitgaan, maar niet naar zichzelf toestreven; zichzelf zijn, maar niet met zichzelf bezig zijn.” Martin Buber, ‘De weg van de mens’.

Nr. 365. Voor een keer een tekst van een ander. Omdat het de laatste keer is. Omdat het 365 mooie momenten waren. Omdat er zoveel te leren valt. Van het water. Van elkaar: “Bij zichzelf beginnen, maar niet bij zichzelf eindigen; van zichzelf uitgaan, maar niet naar zichzelf toestreven; zichzelf zijn, maar niet met zichzelf bezig zijn.” Martin Buber, ‘De weg van de mens’.

Het is vorig jaar, eind augustus. Ik loop een beetje met mijn hond Bob en mijn ziel onder mijn arm. We wandelen als altijd naar het uiterste randje van de rechterpier aan de uitloophaven in het Gooimeer. Die dag besluit ik om hier een jaar lang elke dag een foto te maken. En bij elke foto een onderschrift te bedenken – ter plekke. En vervolgens foto en bijschrift via de social media te publiceren. Wellicht herken je deze foto’s van Facebook en/of Twitter.

Ik heb dit project 365 dagen volgehouden. 365 foto’s. 365 teksten – 740 pagina’s drukwerk! Op 5 september 2014 maak ik de laatste foto. Momenteel bekijk ik de mogelijkheid om er een boek van te maken – op veler verzoek. Hieronder zie je enkele voorbeelden en de eerste aanzet voor de omslag en het binnenwerk, van de hand van Reinoud van Hasselt – vormgever met groot kunstboekgevoel.

Met jouw hulp kan ik het boek uitgeven in eigen beheer. Als het me lukt om er minimaal 500 van te verkopen, kan ik de prijs onder de € 30,- houden, namelijk € 27,50. 

Als je nu intekent betaal je € 25,- ipv € 27,50. Bestel je meer dan 10 exemplaren dan komt daarover nog een extra aanbieding. Let op: je maakt dus nog geen geld over. Je stuurt alleen een mail met je bestelling en hoeveel je er wilt afnemen. Dat mailtje is wel bindend uiteraard.

Ook leuk: vanaf eind maart 2015 is er een expositie te zien van alle foto’s in het Huizer Museum.

Doe mee en krijg een plek in het boek.
Als het allemaal lukt, heb je hiermee het leukste Sinterklaas- en/of Kerstcadeau te pakken. Bovendien neem ik, als je intekent, je naam op in de ‘Pages of Fame’. Bekijk de foto’s hieronder en stuur dadelijk nog je bevestiging naar mij: hanvanwel@kpnmail.nl

 

Nu vertraagt het water tot de lome hartslag van een groot lichaam in rust. Het deint massief machtig massaal. Het schildert portretten uit licht. Leven en ziel ineen. Levens en zielen. De weg van de mens.

Nu vertraagt het water tot de lome hartslag van een groot lichaam in rust. Het deint massief machtig massaal. Het schildert portretten uit licht. Leven en ziel ineen. Levens en zielen. De weg van de mens.

Raar toch dat sommige mensen nietsdoen gelijkschakelen aan onproduktief zijn. Terwijl je uiterst productief bent als je 'niks doet'. Vanochtend zit er op dit plekje eindelijk iemand te staren. Ik ben trots op hem, maar zeg niets. Hij rookt zwijgend achter zijn zonnebril. Als de sigaret op is, stapt hij op zijn fiets en rijdt behoorlijk nietsdoend weg. We groeten elkaar niets.

Raar toch dat sommige mensen nietsdoen gelijkschakelen aan onproduktief zijn. Terwijl je uiterst productief bent als je ‘niks doet’. Vanochtend zit er op dit plekje eindelijk iemand te staren. Ik ben trots op hem, maar zeg niets. Hij rookt zwijgend achter zijn zonnebril. Als de sigaret op is, stapt hij op zijn fiets en rijdt behoorlijk nietsdoend weg. We groeten elkaar niets.

 

 

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. 'Kom Bob, we gaan!'

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. ‘Kom Bob, we gaan!’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voorbeeld binnenwerk boek

 

omslag schets2 kopie 2

 

4 september: Aan het Water, – 10.15 u – Licht is…


Voorlaatste foto. We houden het licht. Merkwaardig is het wel dat die baan licht altijd min of meer dezelfde breedte heeft. Terwijl de zon toch, nouja zo'n beetje overal komt. 364 dagen aan het water leveren deze vraag op. Het licht is, mompelt de monnik aan het water.

Voorlaatste foto. We houden het licht. Merkwaardig is het wel dat die baan licht altijd min of meer dezelfde breedte heeft. Terwijl de zon toch, nouja zo’n beetje overal komt. 364 dagen aan het water leveren deze vraag op. Het licht is, mompelt de monnik aan het water.

 

Het is vorig jaar, eind augustus. Ik loop een beetje met mijn hond Bob en mijn ziel onder mijn arm. Wandelen met zijn hond is goed voor de mens. ’s Ochtends wandel ik altijd naar het uiterste randje van de rechterpier aan de uitloophaven in het Gooimeer.

Op een dag besluit ik op dit uiterste punt in het water een jaar lang elke dag een foto te maken. Min of meer op hetzelfde moment. Van het water. Van de wolken. Van de overkant. En bij elke foto een onderschrift te bedenken – ter plekke. En vervolgens foto en bijschrift via de social media te publiceren. Wellicht herken je deze foto’s van Facebook en/of Twitter.

Ik heb dit project 365 dagen volgehouden. 365 foto’s. 365 teksten. Op 5 september 2014 maak ik de laatste foto. Momenteel bekijk ik de mogelijkheid om er een boek van te maken – op veler verzoek. Hieronder zie je enkele voorbeelden en de eerste aanzet voor de omslag en het binnenwerk, van de hand van Reinoud van Hasselt – vormgever met groot kunstboekgevoel.

Met jouw hulp kan ik het boek uitgeven in eigen beheer. Als het me lukt om er minimaal 500 van te verkopen, kan ik de prijs onder de € 30,- houden, namelijk € 27,50. 

Als je nu intekent dan betaal je € 25,- ipv € 27,50. Bestel je meer dan 10 exemplaren dan komt daarover nog een extra aanbieding. Let op: je maakt dus nog geen geld over. Je stuurt mij alleen een mail met je bestelling en hoeveel je er wilt afnemen. Dat mailtje is wel bindend uiteraard. Lukt het me om richting 1000 stuks te komen, dan wordt de prijs nog wat lager en dat laat ik je uiteraard weten. Er is dus een kans dat je niet eens € 25,- betaalt, maar nog minder.

Ook leuk: vanaf eind maart 2015 is er een expositie van te zien in het Huizer Museum.

Doe mee en krijg een plek in het boek.
Als het allemaal lukt, heb je hiermee het leukste Sinterklaas- en/of Kerstcadeau te pakken. Voor je eigen, voor allen die je dierbaar zijn. Dus. Bovendien neem ik, als je intekent, je naam op in de ‘Pages of Fame’. Bekijk de foto’s hieronder en stuur dadelijk nog je bevestiging naar mij: hanvanwel@kpnmail.nl

3 september: Aan het Water, – 08.57 u – Licht rijgen


Nog drie dagen te gaan. We rijgen weer een snoer van lichtparels voor alle zielen die komen en gaan en komen achja het licht

Nog drie dagen te gaan. We rijgen weer een snoer van lichtparels voor alle zielen die komen en gaan en komen achja het licht

Potje lezen? Beetje weg-mijmeren bij mooie waterbeelden? Blij worden van dito teksten? Doe  jezelf dan 700 gram kijk- en leesplezier en teken in op ‘Aan het Water’: het boek met het formaat en gewicht van een gezonde baksteen. Heb je nog ergens € 25,- liggen? Lees dan direct verder.

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. ‘Kom Bob, we gaan!’

Het is vorig jaar, eind augustus. Ik loop een beetje met mijn hond Bob en mijn ziel onder mijn arm. Wandelen met zijn hond is goed voor de mens. ’s Ochtends wandel ik altijd naar het uiterste randje van de rechterpier aan de uitloophaven in het Gooimeer.

Op een dag besluit ik op dit uiterste punt in het water een jaar lang elke dag een foto te maken. Min of meer op hetzelfde moment. Van het water. Van de wolken. Van de overkant. En bij elke foto een onderschrift te bedenken – ter plekke. En vervolgens foto en bijschrift via de social media te publiceren. Wellicht herken je deze foto’s van Facebook en/of Twitter.

Ik heb dit project 365 dagen volgehouden. 365 foto’s. 365 teksten. Op 5 september 2014 maak ik de laatste foto. Momenteel bekijk ik de mogelijkheid om er een boek van te maken – op veler verzoek. Hieronder zie je enkele voorbeelden en de eerste aanzet voor de omslag en het binnenwerk, van de hand van Reinoud van Hasselt – vormgever met groot kunstboekgevoel.

Met jouw hulp kan ik het boek uitgeven in eigen beheer. Als het me lukt om er minimaal 500 van te verkopen, kan ik de prijs onder de € 30,- houden, namelijk € 27,50. 

Als je nu intekent dan betaal je € 25,- ipv € 27,50. Bestel je meer dan 10 exemplaren dan komt daarover nog een extra aanbieding. Let op: je maakt dus nog geen geld over. Je stuurt mij alleen een mail met je bestelling en hoeveel je er wilt afnemen. Dat mailtje is wel bindend uiteraard. Lukt het me om richting 1000 stuks te komen, dan wordt de prijs nog wat lager en dat laat ik je uiteraard weten. Er is dus een kans dat je niet eens € 25,- betaalt, maar nog minder.

Ook leuk: vanaf eind maart 2015 is er een expositie van te zien in het Huizer Museum.

Doe mee en krijg een plek in het boek.
Als het allemaal lukt, heb je hiermee het leukste Sinterklaas- en/of Kerstcadeau te pakken. Voor je eigen, voor allen die je dierbaar zijn. Dus. Bovendien neem ik, als je intekent, je naam op in de ‘Pages of Fame’. Bekijk de foto’s hieronder en stuur dadelijk nog je bevestiging naar mij: hanvanwel@kpnmail.nl

Nu vertraagt het water tot de lome hartslag van een groot lichaam in rust. Het deint massief machtig massaal. Het schildert portretten uit licht. Leven en ziel ineen. Levens en zielen. De weg van de mens.

Nu vertraagt het water tot de lome hartslag van een groot lichaam in rust. Het deint massief machtig massaal. Het schildert portretten uit licht. Leven en ziel ineen. Levens en zielen. De weg van de mens.

Raar toch dat sommige mensen nietsdoen gelijkschakelen aan onproduktief zijn. Terwijl je uiterst productief bent als je 'niks doet'. Vanochtend zit er op dit plekje eindelijk iemand te staren. Ik ben trots op hem, maar zeg niets. Hij rookt zwijgend achter zijn zonnebril. Als de sigaret op is, stapt hij op zijn fiets en rijdt behoorlijk nietsdoend weg. We groeten elkaar niets.

Raar toch dat sommige mensen nietsdoen gelijkschakelen aan onproduktief zijn. Terwijl je uiterst productief bent als je ‘niks doet’. Vanochtend zit er op dit plekje eindelijk iemand te staren. Ik ben trots op hem, maar zeg niets. Hij rookt zwijgend achter zijn zonnebril. Als de sigaret op is, stapt hij op zijn fiets en rijdt behoorlijk nietsdoend weg. We groeten elkaar niets.

 

 

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. 'Kom Bob, we gaan!'

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. ‘Kom Bob, we gaan!’

 

 

 

 

 

 

 

 

voorbeeld binnenwerk boek

voorbeeld binnenwerk boek

2 september: Aan het Water, – 08.55 u – Het Hier. Het nu.


Het gaat vandaag om vandaag. Niet dat en daar. Niet toen en toen. Het gaat om hier en nu. Zegt men. Ik schijn wel even bij.

Het gaat vandaag om vandaag. Niet dat en daar. Niet toen en toen. Het gaat om hier en nu. Zegt men. Ik schijn wel even bij.

Potje lezen? Beetje weg-mijmeren bij mooie waterbeelden? Blij worden van dito teksten? Doe  jezelf dan 700 gram kijk- en leesplezier en teken in op ‘Aan het Water’: het boek met het formaat en gewicht van een gezonde baksteen. Heb je nog ergens € 25,- liggen? Lees dan direct verder.

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. ‘Kom Bob, we gaan!’

Het is vorig jaar, eind augustus. Ik loop een beetje met mijn hond Bob en mijn ziel onder mijn arm. Wandelen met zijn hond is goed voor de mens. ’s Ochtends wandel ik altijd naar het uiterste randje van de rechterpier aan de uitloophaven in het Gooimeer.

Op een dag besluit ik op dit uiterste punt in het water een jaar lang elke dag een foto te maken. Min of meer op hetzelfde moment. Van het water. Van de wolken. Van de overkant. En bij elke foto een onderschrift te bedenken – ter plekke. En vervolgens foto en bijschrift via de social media te publiceren. Wellicht herken je deze foto’s van Facebook en/of Twitter.

Ik heb dit project 365 dagen volgehouden. 365 foto’s. 365 teksten. Op 5 september 2014 maak ik de laatste foto. Momenteel bekijk ik de mogelijkheid om er een boek van te maken – op veler verzoek. Hieronder zie je enkele voorbeelden en de eerste aanzet voor de omslag en het binnenwerk, van de hand van Reinoud van Hasselt – vormgever met groot kunstboekgevoel.

Met jouw hulp kan ik het boek uitgeven in eigen beheer. Als het me lukt om er minimaal 500 van te verkopen, kan ik de prijs onder de € 30,- houden, namelijk € 27,50. 

Als je nu intekent dan betaal je € 25,- ipv € 27,50. Bestel je meer dan 10 exemplaren dan komt daarover nog een extra aanbieding. Let op: je maakt dus nog geen geld over. Je stuurt mij alleen een mail met je bestelling en hoeveel je er wilt afnemen. Dat mailtje is wel bindend uiteraard. Lukt het me om richting 1000 stuks te komen, dan wordt de prijs nog wat lager en dat laat ik je uiteraard weten. Er is dus een kans dat je niet eens € 25,- betaalt, maar nog minder.

Ook leuk: vanaf eind maart 2015 is er een expositie van te zien in het Huizer Museum.

Doe mee en krijg een plek in het boek.
Als het allemaal lukt, heb je hiermee het leukste Sinterklaas- en/of Kerstcadeau te pakken. Voor je eigen, voor allen die je dierbaar zijn. Dus. Bovendien neem ik, als je intekent, je naam op in de ‘Pages of Fame’. Bekijk de foto’s hieronder en stuur dadelijk nog je bevestiging naar mij: hanvanwel@kpnmail.nl

Nu vertraagt het water tot de lome hartslag van een groot lichaam in rust. Het deint massief machtig massaal. Het schildert portretten uit licht. Leven en ziel ineen. Levens en zielen. De weg van de mens.

Nu vertraagt het water tot de lome hartslag van een groot lichaam in rust. Het deint massief machtig massaal. Het schildert portretten uit licht. Leven en ziel ineen. Levens en zielen. De weg van de mens.

Raar toch dat sommige mensen nietsdoen gelijkschakelen aan onproduktief zijn. Terwijl je uiterst productief bent als je 'niks doet'. Vanochtend zit er op dit plekje eindelijk iemand te staren. Ik ben trots op hem, maar zeg niets. Hij rookt zwijgend achter zijn zonnebril. Als de sigaret op is, stapt hij op zijn fiets en rijdt behoorlijk nietsdoend weg. We groeten elkaar niets.

Raar toch dat sommige mensen nietsdoen gelijkschakelen aan onproduktief zijn. Terwijl je uiterst productief bent als je ‘niks doet’. Vanochtend zit er op dit plekje eindelijk iemand te staren. Ik ben trots op hem, maar zeg niets. Hij rookt zwijgend achter zijn zonnebril. Als de sigaret op is, stapt hij op zijn fiets en rijdt behoorlijk nietsdoend weg. We groeten elkaar niets.

 

 

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. 'Kom Bob, we gaan!'

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. ‘Kom Bob, we gaan!’

 

 

 

 

 

 

 

 

voorbeeld binnenwerk boek

voorbeeld binnenwerk boek

 

31 augustus: Aan het Water, live – 09.45 u – De dag begint als Uitroepteken


Af en toe maakt de natuur een woordloos statement. Vandaag kunnen we er niet omheen. Let op! Attentie! Zie dit! Je weet niet wat je mist.  En dan is het statement weer voorbij. Je dag begint met een uitroepteken. Dat is toch altijd beter dan een vraagteken. Of n komma.

Af en toe maakt de natuur een woordloos statement. Vandaag kunnen we er niet omheen. Let op! Attentie! Zie dit! Je weet niet wat je mist.
En dan is het statement weer voorbij. Je dag begint met een uitroepteken. Dat is toch altijd beter dan een vraagteken. Of n komma.

 

 

Goed nieuws. Heb je ergens nog € 25,- liggen? Doe jezelf dan 700 gram plezier en teken in op ‘Aan het Water’: het koffietafelboek met het formaat en gewicht van een gezonde baksteen. Want: ruim 365 pagina’s. Elke dubbele pagina = 1 dag: foto en bijschrift. Hoeveel? 700 gram, zoveel weegt een jaar. Hoeveel? € 25,- Hoe? Lees vooral verder.

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. ‘Kom Bob, we gaan!’

Het is vorig jaar, eind augustus. Ik loop een beetje met mijn hond Bob en mijn ziel onder mijn arm. Wandelen met zijn hond is goed voor de mens. ’s Ochtends wandel ik altijd naar het uiterste randje van de rechterpier aan de uitloophaven in het Gooimeer.

Op een dag besluit ik op dit uiterste punt in het water een jaar lang elke dag een foto te maken. Min of meer op hetzelfde moment. Van het water. Van de wolken. Van de overkant. En bij elke foto een onderschrift te bedenken – ter plekke. En vervolgens foto en bijschrift via de social media te publiceren. Wellicht herken je deze foto’s van Facebook en/of Twitter.

Ik heb dit project 365 dagen volgehouden. 365 foto’s. 365 teksten. Op 5 september 2014 maak ik de laatste foto. Momenteel bekijk ik de mogelijkheid om er een boek van te maken – op veler verzoek. Hieronder zie je enkele voorbeelden en de eerste aanzet voor de omslag en het binnenwerk, van de hand van Reinoud van Hasselt – vormgever met groot kunstboekgevoel.

Met jouw hulp kan ik het boek uitgeven in eigen beheer. Als het me lukt om er minimaal 500 van te verkopen, kan ik de prijs onder de € 30,- houden, namelijk € 27,50. 

Als je nu intekent dan betaal je € 25,- ipv € 27,50. Bestel je meer dan 10 exemplaren dan komt daarover nog een extra aanbieding. Let op: je maakt dus nog geen geld over. Je stuurt mij alleen een mail met je bestelling en hoeveel je er wilt afnemen. Dat mailtje is wel bindend uiteraard. Lukt het me om richting 1000 stuks te komen, dan wordt de prijs nog wat lager en dat laat ik je uiteraard weten. Er is dus een kans dat je niet eens € 25,- betaalt, maar nog minder.

Ook leuk: vanaf eind maart 2015 is er een expositie van te zien in het Huizer Museum.

Doe je mee? Je krijgt een plaats in het boek
Als het allemaal lukt, heb je hiermee het leukste Sinterklaas- en/of Kerstcadeau te pakken. Voor je eigen, voor allen die je dierbaar zijn. De eerste inschrijvers krijgen bovendien vermelding op de ‘Pages of Fame’. Als dank. Dus. Bekijk de foto’s hieronder en stuur dadelijk nog je bevestiging naar mij: hanvanwel@kpnmail.nl

30 augustus: Aan het Water, live – 08.54 u


Links van u. Rechts van u. Recht vooruit van u. Onderweg naar deze plek zie je het bijna real time plaatsvinden. Het blauw verdwijnt uit het groen van boom, struik, plant. Kortom: de gele herfst doet keurig op tijd van zich zien. Ik besef ineens dat ik al een jaar bezig ben met dit project en denk: ging die seconde zo snel? Intussen het water, de zon de wolken het licht. Die herfsten pas veel later.

Links van u. Rechts van u. Recht vooruit van u. Onderweg naar deze plek zie je het bijna real time plaatsvinden. Het blauw verdwijnt uit het groen van boom, struik, plant. Kortom: de gele herfst doet keurig op tijd van zich zien. Ik besef ineens dat ik al een jaar bezig ben met dit project en denk: ging die seconde zo snel? Intussen het water, de zon de wolken het licht. Die herfsten pas veel later.

 

Goed nieuws. Heb je ergens nog € 25,- liggen? Doe jezelf dan 700 gram plezier en teken in op ‘Aan het Water’: het koffietafelboek met het formaat en gewicht van een gezonde baksteen. Want: ruim 365 pagina’s. Elke dubbele pagina = 1 dag: foto en bijschrift. Hoeveel? 700 gram, zoveel weegt een jaar. Hoeveel? € 25,- Hoe? Lees vooral verder.

Aan de rand van het water. Aan de rand van het licht. Aan de rand van de wolken. Aan de horizon. Aan de dag die begint in flarden verwaaide wolken en vrijkomend blauw. Aan de verte. Aan mijn hond die met mij spelen wil aan de rand van de dag en het water. ‘Kom Bob, we gaan!’

Het is vorig jaar, eind augustus. Ik loop een beetje met mijn hond Bob en mijn ziel onder mijn arm. Wandelen met zijn hond is goed voor de mens. ’s Ochtends wandel ik altijd naar het uiterste randje van de rechterpier aan de uitloophaven in het Gooimeer.

Op een dag besluit ik op dit uiterste punt in het water een jaar lang elke dag een foto te maken. Min of meer op hetzelfde moment. Van het water. Van de wolken. Van de overkant. En bij elke foto een onderschrift te bedenken – ter plekke. En vervolgens foto en bijschrift via de social media te publiceren. Wellicht herken je deze foto’s van Facebook en/of Twitter.

Ik heb dit project 365 dagen volgehouden. 365 foto’s. 365 teksten. Op 5 september 2014 maak ik de laatste foto. Momenteel bekijk ik de mogelijkheid om er een boek van te maken – op veler verzoek. Hieronder zie je enkele voorbeelden en de eerste aanzet voor de omslag en het binnenwerk, van de hand van Reinoud van Hasselt – vormgever met groot kunstboekgevoel.

Met jouw hulp kan ik het boek uitgeven in eigen beheer. Als het me lukt om er minimaal 500 van te verkopen, kan ik de prijs onder de € 30,- houden, namelijk € 27,50. 

Als je nu intekent dan betaal je € 25,- ipv € 27,50. Bestel je meer dan 10 exemplaren dan komt daarover nog een extra aanbieding. Let op: je maakt dus nog geen geld over. Je stuurt mij alleen een mail met je bestelling en hoeveel je er wilt afnemen. Dat mailtje is wel bindend uiteraard. Lukt het me om richting 1000 stuks te komen, dan wordt de prijs nog wat lager en dat laat ik je uiteraard weten. Er is dus een kans dat je niet eens € 25,- betaalt, maar nog minder.

Ook leuk: vanaf eind maart 2015 is er een expositie van te zien in het Huizer Museum.

Doe je mee?
Als het allemaal lukt, heb je hiermee het leukste Sinterklaas- en/of Kerstcadeau te pakken. Voor je eigen, voor allen die je dierbaar zijn. Dus. Bekijk de foto’s hieronder en stuur dadelijk nog je bevestiging naar mij: hanvanwel@kpnmail.nl

28 augustus: Aan het Water, live – 09.12 u


 

Let op in de verte: die eend. Die zwemt naar de zonnebank. En verdwijnt volledig uit het zicht in het kei-witte licht. Kleine Icarus. Ach zo is alles niet zoals je denkt dat het is. En dat is alleen maar mooi.

Let op in de verte: die eend. Die zwemt naar de zonnebank. En verdwijnt volledig uit het zicht in het kei-witte licht. Kleine Icarus. Ach zo is alles niet zoals je denkt dat het is. En dat is alleen maar mooi.